Hulpmiddelen (€ 60.000 nadelig - structureel)

Met ingang van 1 april 2021 zijn nieuwe contracten gesloten voor de levering van Hulpmiddelen. Vanaf 1 april hebben we te maken met twee gecontracteerde leveranciers waarvan één leverancier een nieuwe partner is. De tarieven voor hulpmiddelen stonden de afgelopen 6 jaar vast, behoudens indexaties, in de tussentijd is er veel veranderd in de markt en zijn de tarieven voor hulpmiddelen in den lande gestegen. De tarieven van de nieuwe leverancier liggen iets boven de tarieven van het vorige contract. De tarieven van de 'bestaande' leverancier zijn gelijk aan het vorige contract, behoudens indexatie. Door de keuzevrijheid van cliënten (wettelijk vastgelegd) hebben we als gemeente geen invloed op de keuze voor een leverancier. Naar schatting blijft de verdeling tussen beide leveranciers 50/50. Dit betekent dat we op basis van deze nieuwe contractering rekening moeten houden met stijging van de uitgaven. Daarnaast zien we dat een grotere groep cliënten een beroep doen op Wmo-hulpmiddelen, met name de woonvoorzieningen. De toename van 50% (+ 107 cliënten) die ook in 2020 al waar te nemen was, wordt veroorzaakt door de invoering van een lagere eigen bijdrage (het abonnementstarief) en de effecten van vergrijzing/langer zelfstandig wonen waardoor meer inwoners met een beperking een beroep doen op de Wmo. In de eerste maanden van 2021 is een hogere instroom van cliënten te zien dan in 2020. Vermoedelijk heeft dit ook te maken heeft met de aanhoudende corona-maatregelen en inwoners hun hulpvraag niet langer willen of kunnen uitstellen. Naast een toch al toenemende vraag heeft ook corona een na-effect op de groei in 2021. Op basis van de stijging van het aantal cliënten in 2020, de indexaties en nieuwe tarieven verwachten we dat in 2021 de uitgaven met € 60.000 zal stijgen naar in totaal € 265.000 op jaarbasis.